Pagina's

zaterdag 24 december 2011

Oku - het verborgene



Kristalhelder,
Klaar en licht,
Het gewijde zwaard geeft
Geen ruimte om
Kwaad te laten nestelen
Ueshiba Morihei O Sensei


In het Westen zijn we, naar onze eigen overtuiging, vooral rationeel en analytisch ingesteld. Elk probleem dat zich voordoet, wordt zorgvuldig geanalyseerd, we kunnen empirisch aantonen wat de beste oplossingen zijn en we hebben rationeel geformuleerde argumenten waarmee we elke mening kunnen onderbouwen. Sinds Descartes zijn Discours de la methode publiceerde in 1637, zijn we in het Westen niet alleen overtuigd van de scheiding van lichaam en geest, maar zijn we de geest ook meer en meer gaan zien als een rationele geest. En met die rationele geest kunnen en willen we alles begrijpen en uitleggen.

Het is daarom ook niet zo verwonderlijk dat mensen tijdens de Aikido les vragen willen stellen, willen weten hoe je nu precies moet staan, welke hand voor gehouden moet worden, welke kant je op moet bewegen, waarom je beslist niet moet blijven staan, waarom je met een jo links voor staat, waarom je met een bokken met het rechts voor staat.  Westerse mensen lijken vooral actief te zijn met hun hoofd. Ze willen het in alle redelijkheid begrijpen. En als ze de ratio achter een beweging, een techniek of een positie niet naar voldoening uitgelegd krijgen dan haken ze af of ze verzinnen zelf een reden. 

Vooral de kihon waza (basistechnieken) lenen zich voor het uitleggen van details. En achter die details zit meestal een heel rationele uitleg. Er valt ook veel te vertellen over de geschiedenis en ontwikkeling van veel van deze kihon waza. Didactisch gezien is het echter niet altijd het verstandigst om elke beginner meteen op te zadelen met alle details en mogelijkheden van een basistechniek. Dit vraagt om enig geduld van de leerling en van de leraar. Naarmate de leerling vordert krijgt hij steeds meer nauwkeurige details aangereikt die hem zullen doen inzien dat de basistechnieken heel natuurlijk en heel logisch in elkaar steken.
Juist die didactiek doet vermoeden dat de geest van de mens als leerling bij nader inzien misschien toch niet zo rationeel in elkaar steekt als we in het Westen veronderstellen. Een leerling kan een techniek rationeel niet in een keer bevatten en leert de techniek stukje bij beetje. De traditioneel Japanse methode van lesgeven vertrouwt niet op de ratio, maar op het mimetisch vermogen van de leerling. De leerling leert door na te doen. Veel toelichting wordt er door de Japanse shihan dan ook niet gegeven en deze is dan vaak ook nog cryptisch.

Daar komt bij dat in Aikido het cartesiaans dualisme onbekend is. Lichaam en geest vormen een eenheid. Oefen je het lichaam, dan oefen je de geest, oefen je de geest, dan oefen je het lichaam. Om de techniek te begrijpen moet je het gewoon doen.

De grondlegger Ueshiba Morihei O Sensei stelde dat het minstens tien jaar van dagelijkse training zou duren eer men het eerste niveau zou bereiken. Voor velen duurt het nog langer. Tot die tijd blijft men zich bezighouden met het doorgronden van de basistechnieken en het verbeteren van de eigen vaardigheid daarin. Maar er komt een moment dat de aikidoka iets bijzonders overkomt. Op een dag wordt hij plotseling geworpen door zijn sensei zonder dat deze hem aanraakt, op een dag lukt het hem ineens en zonder enige moeite die ene aikidoka naar de grond te krijgen die het hem altijd zo moeilijk heeft gemaakt. Plotseling lukt een techniek, terwijl de techniek qua basisvorm niet helemaal klopte. Dit zijn het soort momenten die verwarring zullen zaaien. De te rationeel ingestelde leerling zal ze direct afwijzen. Wat hier gebeurde klopt niet, dus het was niet echt.

Wie te rationeel ingesteld is zal nooit tot de ontdekking komen dat hier de toegangspoort ligt tot het echte Aikido, tot wat O Sensei Takemusu Aiki noemde. Rationele uitleg is hier niet langer toereikend. Vanaf hier betreedt men het pad van Aikido dat omschreven staat als het verborgene, het mystieke, het mysterieuze. Vanaf hier spreekt men van Muto, het pad dat geen pad is; als anderen je al zijn voorgegaan, dan hebben ze geen sporen achtergelaten. Het is hier dat je op je eigen ware zelf bent aangewezen.

Om uiting te geven aan die mystieke ervaringen van de do (pad, weg) gebruikte O Sensei, in navolging van de oude leermeesters in Budo van vroeger tijden, soms slechts een enkele klank, soms refereerde hij naar aloude mythen, soms legde hij een enkel begrip erover met vloeiende penseelstreken vast in inkt en soms schreef hij er een doka (gedicht over het pad) over. Maar wanneer men hem er naar vroeg deed hij er even zo vaak het zwijgen toe.

Dat mysterieuze, niet in woorden uit te leggen aspect van Aikido wordt aangeduid met Oku - het verborgene of het geheime.
Oku no Hosomichi

De beroemde Japanse dichter Matsuo Basho (1644 – 1694) schreef aan het eind van zijn leven het boek Oku no Hosomichi.  De titel wordt vaak vertaald met “De smalle weg naar het noorden” of “De smalle weg naar de provincie”. De weg die Basho bewandelde leidde hem inderdaad naar het platteland in het noorden, naar dat deel van Japan dat bekend stond om zijn rijstvelden en het eenvoudige boerenbestaan van de mensen aldaar. Het was ook niet altijd een gemakkelijk pad en daar verwijst de titel ook naar. Het begrip Oku duidt echter ook op een reis naar het verborgene, op het volgen van het pad dat in Japan Do (Tao) of Michi genoemd wordt. Over zijn reizen schreef Basho; “Elke dag is een reis. En de reis zelf is thuis”. Hij beoogde door zijn reis een Hyohakusha te zijn, iemand die voortgaat zonder doel of richting.  

Het pad dat Basho volgde; Oku no Hosomichi

Als we het karakter bestuderen dan kunnen we oku vertalen met “binnen” of beter nog met “ergens diep binnen“. Het karakter voor oku bestaat uit twee delen, het bovenste karakter toont een rijstkorrel, waarmee hier een rijstvoorraad bedoeld wordt. De lijnen rond het karakter voor rijst duiden er op dat het zich ergens in een gebouw bevind. Het karakter eronder betekent “handen die duwen”. Rijst is, net als in de meeste Aziatische landen, het hoofdvoedsel in Japan en dus het kostbaarste bezit van elk gezin. Hierdoor krijgt Oku de betekenis van het plaatsen van het meest kostbare op de best beveiligde plek waar niet iedereen bij kan.

Ter vergelijking; de Okuma is het diepste, meeste veilige deel van een Japans huis. De Oku-no-in is het binnenste en meest sacrale deel van een Shinto schrijn, waar niemand toegelaten wordt en waar zelfs de hoofdpriester (kannushi) van de schrijn nauwelijks komt.

Een echtgenote wordt aangeduid met Oku-san (mevrouw Binnen), niet omdat ze altijd binnen zit, maar omdat ze bekend is met de diepste geheimen en wensen van haar man en deze zorgvuldig bewaard.

De werkelijk ervaren aikidoka heeft geen behoefte aan rationele uitleg. Het gaat hem om de kleine, subtiele aanwijzingen van de leermeester - soms niet meer dan een enkel gebaar of een enkel woord of zelfs een enkele klank die hem dichter bij de ervaring van het verborgene, de essentie brengen.

Okuden staat voor de overdracht van de verborgen kennis of de geheime technieken van de kunst, iets dat pas kan plaats vinden als men het geheim al zelf heeft ontdekt. Voor de aikidoka die nog niet doorgedrongen is tot het verborgene blijven de overgeleverde woorden obscuur en rationeel niet te begrijpen. 

In blinde duisternis
Het opkomen en ondergaan van de maan
Niemand die weet
Aan het oppervlak van het meer Sarusawa is de mist dicht.
Wat drijft en wat zinkt
Niemand die weet

Doka van de Kagoshima ryu

Het water overweegt niet om hem een plek te geven
Noch overweegt de maan om er een plek te zoeken
Hoe helder de weerschijn!
Zen koan over het principe “suigetsu”

Tom verhoeven
Dojo cho

Auvergne winter 2011
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten